laat me nooit alleen
Gelezen:
Kazuo Ishiguro
Laat me nooit alleen
Marli Huier
De toekomst van het sterven
en als dan het onmogelijke
gebeurt is het dan mogelijk
dat ik op zachte bodem val
dat rulle aarde me verwelkomt
met geuren van klei en gras
die ik tussen mijn vingers
wrijf en laat dansen over
mijn gezicht door mijn haren
mij schilder in aardse kleuren
tevreden met het resultaat
opsta om de wereld te laten weten
dat vallen een beweging is
een gracieuze beweging
een danspas zonder spankracht
is dat mogelijk
Uit Mogelijkheden, 10 sonnetten en een toegift, IJda Smits.
Te koop in mijn webshop
Beeld: IJda Smits
Ipadtekening
Kazou Ishiguro won in 2017 de Nobelprijs voor literatuur omdat
Die, in romans met een sterke emotionele kracht, de afgrond onder ons denkbeeldig gevoel van verbondenheid met de wereld heeft blootgelegd.
Alhoewel dit boek al in 2005 geschreven is was het aan mij voorbij gegaan. Ik denk omdat in recensies het vaak aangeduid wordt als 'coming to age' literatuur. Dat is het niet. Ja het boek gaat over jonge kinderen, over pubers en jongvolwassenen maar 'to age' zullen ze nooit komen. Ze zijn klonen en op de wereld gekomen om ver van de wereld op te groeien in tehuizen om later als donateur te dienen. Ze zijn gekweekt voor dat doel.
Het is op een heel normale manier geschreven en als je oppervlakkig leest lijkt het inderdaad geneuzel (niet mijn woord, las ik in een recencie) van adolescenten.
De drie hoofdpersonen zijn in een bevoorrecht tehuis opgegroeid waar ze onderwijs kregen en kunstwerken maakten. Dit omdat de leiding ze als gewone mensen wilde laten zien. Maar ze bleven wel rechteloos. Het verhaal wordt door één van hen verteld. Zij is verzorgster voor de doneerders voordat ook zij moet gaan doneren. Niemand komt in opstand tegen het gruwelijk lot, niemand loopt weg. Na de derde of vierde donatie sterven ze.
Het is een beklemmend boek en sinds ik het gelezen heb blijft het me bij. De gruwelijkheid van mensen die in leven willen blijven ten koste van anderen geeft al stof tot nadenken. Er spoken van allerlei dingen door mijn hoofd. Zoals wij dieren behandelen, zo gaan wij ook mensen behandelen die wij in een soort megastallen laten opgroeien. Ik ben altijd tegen orgaandonatie geweest, wil zelf geen orgaandonatie maar ook geen organen afstaan. Mensen moeten het besef hebben dat ze geboren worden en vroeger of later sterven. Dat hun naasten geboren worden en vroeger of laat sterven. Het is niet anders.
Is het ook een vorm van egocentrisme? Of gewoon omdat het mogelijk is, dat je het wilt hebben, dat je er 'recht' op zou hebben.
Als je ziet hoeveel mensen, jong en oud, omkomen in oorlogen, bij natuurrampen, ongelukken waarom zou je dan de bevoorrechte enkeling honoreren met een nieuw orgaan van een ander om in leven te blijven. Door de vraag naar donororganen ontstaat er ook een illegale handel en staan arme mensen in arme landen organen af tegen een schijntje. De volgende stap is het beeld wat Kazou Ishiguro beschrijft: kwekerijen voor donoren.
Het is minder vreemd dan het lijkt, in China worden organen van geëxecuteerden en van politieke gevangenen wereldwijd aangeboden. Wachttijd een maand. Hoeveel geëxecuteerden zijn er in China vraag ik me dan af. Of worden ze geëxecuteerd als doneerder? Het is misschien makkelijker om iemand te doden en gelijk alles eruit te halen wat nodig is. Bij de gewetens-gevangenen is het onzeker of ze toestemming hebben gegeven om een orgaan te doneren. Oeigoeren, Tibetanen, aanhangers van de boeddhistische Falun Gong en Christenen zijn de slachtoffers. De transplantaties worden vaak weken van tevoren gepland. China beweert in 2014 hiermee gestopt te zijn maar het artikel in het Medisch Contact van 2021 doet anders vermoeden. Bron:medisch contact
Eigenlijk wil ik het niet weten anders blijft het door mijn hoofd spoken net als dit boek.
Het naakte leven- en het gevaar het te verliezen- is niet iets wat mensen verenigt, maar iets wat hen verblindt en scheidt. Citaal uit; 'Waar zijn wij? De epidemie als politiek, Giorgio Agamben.
Dit citaat komt uit een essay van Giorgio Agamben over de corona epidemie en de maatregelen die genomen werden door de politiek. Een politiek waarin de biologische overleving voorop staat waardoor de sociale, affectieve en politieke dimensies van het leven veronachtzaamt worden. Maar mijns inziens geldt dit net zo goed voor het biologisch overleven in verband met orgaandonatie. Biologisch overleven is natuurlijk een onderdeel van het menszijn maar hoever ga daarin als je de dood gaat ontkennen. Ik ben van mening, en dat is mijn persoonlijke mening en daar mag je een andere mening over hebben, dat we een spiraal neerwaarts in gang gezet hebben in de medische zorg. Gewoon omdat het kan. En dat er een groter wordende kloof is van mensen die niets hebben en hun organen te koop aan bieden en hun rijke kopers. En ik denk dat dat op meerdere fronten in de medische zorg plaatsvindt.
Waar het om gaat is dat we zelf de regie moeten leren houden over wat wij wel en niet willen aan behandelingen voor onszelf en onze naasten.
Laat me nooit alleen eindigt met het beeld van de verzorgster, op zoek naar waar ze is opgegroeid, aan de rand van een omgeploegde akker. Het vuil en plastic waait in de bomen en hangt in een afrastering. Ze ziet haar vriend, van wie ze afscheid heeft genomen en die zijn laatste donatie heeft gedaan, fluitend aan komen lopen. Een klein fantasietje, noemt ze het. Ze huilt maar is niet verdrietig, zegt ze. Ze zal zelf ook niet meer lang leven want spoedig zal ze ook moeten gaan doneren. Een beklemmend beeld, een diepe afgrond met totale aanvaarding. "Aanvaarding van pijn en lijden is iets anders dan het heldhaftig opzoeken van de strijd of het lijden, maar het inzicht en de nuchtere acceptatie dat doodgaan bij het mens-zijn hoort", zegt Marli Huier. Maar in de context van het boek is het huiveringwekkend. Misschien komt dat omdat ik altijd een vechter voor recht was en dat nog niet kan opgeven.
Dit boek maakte mij heel erg bewust van mijn ouderdom, mijn fysieke achteruitgang en mijn nog korte tijd van leven. Dat er voor mij, net als voor de doneerders in de roman, niets anders op zit dan mij in mijn lot te schikken en af te wachten. De zin 'je bent zo oud als je je voelt' blijft plotseling in gebreke als troostende uitspraak. Ik sla het boek van Marli Huier nog maar eens open om te zoeken of er nog enige troost bestaat voor mij.
De laatste alinea van haar boek heet Vrolijk ten onder. Ze geeft daarin een aantal aanbevelingen om met humor de ouderdom in te gaan, om de aftakeling, het verval en de mankementen gewoon te tonen. Om jongeren te laten weten dat de dood onvermijdelijk is maar dat het leven dat ze geleefd hebben de moeite waard is geweest.
Tot die tijd weiger ik als een zwakke eenzame bejaarde gezien te worden, als een soort slachtoffer van de tijd die ik geleefd heb.
Mijn leven is één geheel, vanaf de dag dat ik geboren werd in het huis der sterfelijkheid tot ik het ga verlaten.