Gelezen: Joan Didion *1934 † 2021, Het jaar van het magisch denken
Ik denk nooit magisch!
ik vul de wereld
met afbeeldingen en woorden
zodat als ik er niet meer ben
jullie je kunnen omringen
met dat wat ik gemaakt heb
Oh, ik weet wel
dat het zal verdwijnen
zoals alles verdwijnt
en nooit meer terugkomt
IJda 2023
Niet zo lang geleden vroeg een kennis mij 'hoe doe je dat' tijdens een gesprek over het sterven van een vriendin uit zijn jeugd. Ik keek hem aan en zei dat je toch weer op moet staan en verder gaan. Eigenlijk wilde ik hem vertellen dat ik verschillende manieren heb. Ik luister naar muziek, als eerste naar de uitvoering van Kathleen Ferrier Erbarme Dich uit de Matheus Passion van Bach. En ik ga lezen, van alles lezen en onderzoeken. Uitzoeken wat er precies gebeurd is en of het voorkomen had kunnen worden. Dat laatste zal wel mijn magisch denken zijn. Ik ga ook vreselijk slechte gedichten schrijven waarin ik al mijn kwaadheid kwijt kan. Tegenwoordig doe ik dat, niet toen ik kind was.
Het leven verandert van het ene op het andere moment.
Een heel gewoon moment. (Joan Didion)
En dat moment probeer je te bezweren met alles wat je in je hebt.
Kathleen Ferrier was de lievelingszangeres van mijn te jong gestorven moeder. Ze liet vijf kinderen achter, mij op de drempel van mijn negende verjaardag, mijn driejarig zusje, mijn tienjarig broertje en twee oudere zussen van zeventien en twintig jaar.
Mijn moeder zal wel niet naar de Mattheus Passion geluisterd hebben want ze was niet katholiek, maar ze zong graag opera of operette. Toen ik een jaar of zes was mocht ik mee naar een uitvoering van de Zigeunerbaron waarin ze in het operettekoor zong. In prachtige, wat we nu hippie, bohochique of zoiets noemen, kleding in mijn ogen.
Heeft het voortdurende gemis, als je al jong met het verlies van een ouder geconfronteerd wordt, zich in je DNA gevestigd en blijft het DNA veranderen bij ieder sterven van een geliefd persoon?
Een psychologe heeft mij eens uitgelegd dat het iets verandert in het oudste deel van je hersenen, het reptielenbrein. Het reptielenbrein wil maar één ding: overleven. Het opstaan en doorgaan gedrag is dan sterk gestimuleerd. Ik houd me liever bij het aanwezig zijn in je lichaam van een diep en eenzaam verdriet, uitspraak Dora van der Groen, actrice, regisseur en docent, zij benoemde dat in een interview en ik heb het schaamteloos gepikt voor een klein gedichtje omdat het mij zo eigen is, omdat het mij is.
tussen
alle liefde
alle blijdschap
alle narrige grappen
de vrolijke woorden die ontsnappentussen daadkracht en doortastendheid
kronkelt traag en verborgen
een eenzaam dun
verdriet
Ik heb het nooit durven vragen aan de anderen in mijn gezin en familie die hetzelfde doormaakten, aan al de moeder- en vaderloze kinderen, ik weet alleen dat ze allemaal weer opstaan en verdergaan. We moeten overleven en plannen wat daar voor nodig is. Ik kom uit een zwijgzame familie en ben dat zelf ook geworden, zwijgzaam over bepaalde zaken.
Mijn reptielenbrein dreef mij voort na ieder verlies, er waren altijd kinderen om voor te zorgen.
Wat wij ook zijn, wij zijn de kinderen van de tijd van de doodontkenning. Joan Didion noemt het boek 'Het uur van onze dood: 1000 jaar sterven, rouwen en gedenken van Philippe Ariès'. Ik heb het besteld nu ik over de dood wil en durf te schrijven.
Omstreeks 1930 heeft zich in de Westerse wereld een verandering ontwikkeld van de dood als alom tegenwoordig naar een dood die niet bestaat. Wat niet kan maar we proberen wel om de dood uit te bannen of in ieder geval op te schuiven. We moeten er liever niet meer over praten, we mogen niet te lang rouwen want er is een gebod om ons te vermaken, een gebod niets te doen wat een ander zou kunnen schaden. Dat laatste is natuurlijk zo maar of het waar is dat het zien van de dood de ander schaadt is een stelling waar ik het niet mee eens ben. (Geoffrey Lorer; Death, grieve and mourning, 1965)
Ik denk aan hoe het ging in mijn jeugd. Ik mocht mijn moeder wel stervend zien maar niet dood waardoor in mijn kinderhoofd en lang daarna het beeld van mijn lijdende moeder is blijven bestaan maar niet een beeld van mijn rustige dode moeder. Ik denk dat het niet zien van mijn dode moeder mij meer geschaad heeft dan haar wel mogen zien. De begrafenisdienst in de kerk woonde ik bij met mijn schoolklas, ik droeg een knalgeel jack, terwijl ik de plaats verdiende die mij toekwam; haar kind zijn en niet een verre toeschouwer. Toen de kist naar buiten werd gedragen riep een van de kinderen 'wat zit er in die kist' en ik riep 'mijn moeder'. Veel later, toen de vrouw van mijn jongste zoon verongelukt was, stortte haar moeder, die haar niet gezien had, zich op de kist. De familieleden trokken haar er af en ik zei 'laat haar'. Dit speelde in de Verenigde staten waar de dood nog meer taboe is dan hier denk ik.
Het kan ook anders heb ik gezien toen de geliefde van mijn zoon, moeder van mijn driejarige kleindochter, overleed. Ze was aanwezig en raakte haar moeder aan, ze vond het niet schrikwekkend haar dode moeder te zien. Toch, tijdens de dienst, vroeg ze 'wie ligt er in die kist'. Na het antwoord ging ze weer spelen met haar neefje. Ik zou hier nog meer over kunnen schrijven maar het is nog steeds hartbrekend. Het brak mijn hart en ik weet dat dit een cliché is maar ik weet er geen andere omschrijving voor.
Didion beschrijft het rouwproces zonder zichzelf te censureren, lijkt het. Ik merk dat ik stok met mijn verhaal als ik bij mijn herinneringen kom en vooral als mijn naasten er bij betrokken zijn. Tegelijkertijd roept haar boek herinneringen bij me op en weemoed en is het een hulp om nu, nu ik 76 ben, terug te kijken. Is dat wat je doet als je ouder wordt? Didion was 71 toen het boek uitgegeven werd. In 2011 heeft ze nog Blauwe Nachten geschreven over de dood van haar dochter.
Mensen die pas iemand verloren hebben, hebben een bepaalde blik over zich........... / het is de blik van extreme kwetsbaarheid, naakt, open. | Ik wilde meer dan een nacht van zuchten en gemis. Ik wilde krijsen. Ik wilde hem terug! (Joan Didion).
Ik weet dat ik vaak die bepaalde blik had die bij iedere naaste die dood ging weer tevoorschijn kwam. Mensen die mij niet echt kenden en mensen die snel hun oordeel klaar hebben dachten vaak dat ik bang was, maar dat was ik niet, dat wist ik wel maar wat het wel was wist ik niet. Nu besef ik dat het die blik was. Die blik van onheil en naaktheid, van de wereld zien als een vreemde entiteit. We leefden gehaast, mijn zusje en ik, we zouden niet ouder dan vijfenveertig worden want het moederlijk voorbeeld van ouder was er niet. We zijn allebei ouder geworden. Mijn zusje heeft net de vijftig gehaald, door de verbeterde medische wetenschap neem ik aan.
De rouw van Joan Didion is rouw na een lang en hecht huwelijk. over de rouw om haar dochter schrijft ze in Blauwe Nachten 2011, een boek dat niet meer te koop is. Mijn rouw is om een persoon die ik eigenlijk nooit echt gekend heb. En alle rouwperiodes daarna over alle andere verliezen zijn anders per persoon maar met altijd dat dunne eenzame verdriet. Ik noem ze de schuld, het diepe verdriet, de enorme kwaadheid, het gat in mijn hart, het onbegrijpelijke, de vervreemding. Of misschien heeft iedere rouw wel al deze gevoelens in zich.
Terwijl ik dit schrijf besef ik dat ik dit verhaal niet af wil maken. (Joan Didion).
Ook ik wil dit verhaal niet afmaken. Nu ik eenmaal begonnen ben is het alsof het één na het ander zich aandient. De dood zal nog even mijn inspiratie zijn.
Je verwoordt het treffend IJda. Juist het wegstoppen van de dood, maakt rouw zo eenzaam, al helemaal voor jonge kinderen. Bij hen wordt rouw meedogenloos ontkend door de omgeving, alsof kinderen daar makkelijk overheen stappen. Dat maakt hen kwetsbaar en eenzaam.
Dank je Vivian. Als die gevoelens een plek gegeven kunnen worden , zijn ze ook een bron van kracht, zelfstandigheid en creativiteit.